Een belangrijke historische vaardigheid bij het vak geschiedenis is “oorzaak & gevolg”. Deze vaardigheid valt binnen het domein historisch redeneren. In de geschiedenis gebeuren er altijd dingen die een oorzaak hebben. Als er dingen gebeuren zijn er altijd gevolgen: dingen die gebeuren omdat iets anders al gebeurd is.
Voorbeeld:
Een praktisch voorbeeld uit het dagelijks leven over het strikken van veters van schoenen.
“Jan strikt zijn veters niet en wanneer hij opstaat en gaat lopen valt hij” .
In dit voorbeeld is een oorzaak van het vallen dat Jan zijn veters niet heeft gestrikt. In dit voorbeeld is het vallen dus een gevolg van het feit dat Jan zijn veters niet gestrikt heeft.
Causaal redeneren:
Bij causaal redeneren ga je bekijken wat ergens de oorzaken van zijn. Het is daarmee dus eigenlijk het tegenovergestelde van het gevolg zoeken. Er is iets gebeurd en ja gaat kijken naar wat de oorzaken daarvan zijn. Als het goed is kom je er dan achter dat het gevolg dan vaak altij een logische keus is op de oorzaak. Klopt dat voor je gevoel niet, dan heb je waarschijnlijk nog niet alle feiten goed op een rijtje en moet er ergens anders nog een verklaring liggen.
In de klas:
In de klas ben je tijdens het schoolvak geschiedenis continu bezig met deze vaardigheid, zonder dat je het door hebt. Je leert immers altijd wat er gebeurde en wat het gevolg daarvan was. Wanneer je tijdens opdrachten wat gedetailleerder gaat kijken naar nieuwe gebeurtenissen binnen wat je geleerd hebt (bijvoorbeeld een brief die iemand heeft geschreven tijdens een periode waar over je geleerd hebt) dan vind je het vaak moeilijk. Denk in dat geval altijd aan het voorbeeld dat ik je gegeven heb over het strikken van de veters. Op die manier heb je het beste en meest simpele voorbeeld van ” oorzaak en gevolg” altijd paraat.
Voor wat meer voorbeelden kan je verschillende examenbesprekingen bekijken, daarin komt de vaardigheid oorzaak en gevolg vaak terug. Kijk op examenblad voor de examens.